"Longkanker kan enkel behandeld worden met chemotherapie."
"Wanneer je niet hoest kan je geen longkanker hebben."
"Longkanker kan enkel behandeld worden met chemotherapie." "Wanneer je niet hoest kan je geen longkanker hebben."
"Longkanker kan enkel behandeld worden met chemotherapie."
"Wanneer je niet hoest kan je geen longkanker hebben."
"Longkanker kan enkel behandeld worden met chemotherapie." "Wanneer je niet hoest kan je geen longkanker hebben."
"Longkanker is een doodvonnis."
"Stoppen met roken heeft geen zin als longkankerpatiënt."
"Longkanker is een doodvonnis." "Stoppen met roken heeft geen zin als longkankerpatiënt."
Mythe 1: Longkanker is een doodvonnis.
-
Longkanker is niet meteen een doodvonnis.
Als longkanker vroeg wordt ontdekt, vergroot dat de overlevingskansen gevoelig.
De vooruitzichten voor patiënten met longkanker zijn over het algemeen minder goed dan bij veel andere kankers. Longkanker blijft ook de belangrijkste oorzaak van sterfgevallen door kanker wereldwijd.
Toch is longkanker zeker geen onmiddellijk doodvonnis. Dankzij de wetenschappelijke vooruitgang kunnen patiënten met longkanker vandaag langer en kwaliteitsvoller blijven leven dan vroeger. Er zijn bijvoorbeeld steeds meer therapieën die de ontwikkeling van longkanker afremmen en diagnostische tests die longkanker beter helpen opsporen.
De overlevingskansen bij longkanker zijn gevoelig toegenomen. In 2012 was 15% van de mannen en 22% van de vrouwen vijf jaar na het krijgen van de diagnose longkanker nog in leven. In 2022 is dat aandeel toegenomen naar respectievelijk 26% en 34%.
De overlevingskansen verschillen sterk naargelang de fase waarin de ziekte wordt gediagnosticeerd. Van de patiënten bij wie de kanker wordt ontdekt in een vroeg stadium is meer dan 80% nog in leven na vijf jaar.
Hoe vroeger de ziekte gedetecteerd kan worden, hoe beter dus.
Mythe 2: Als je niet hoest, heb je geen longkanker.
-
In vroege stadia geeft longkanker vaak geen zichtbare symptomen.
Bij het begin van de ziekte heeft longkanker soms helemaal geen symptomen. Pas in een later stadium van de ziekte manifesteren zich symptomen zoals hoesten, vermoeidheid, heesheid en kortademigheid.
Dat maakt van longkanker een stille doder. Een vroege diagnose is erg belangrijk om de overlevingskansen van patiënten te verhogen, maar door de afwezigheid van zichtbare symptomen stappen weinig patiënten al in een vroeg stadium naar de dokter. Eens er wel zichtbare symptomen zijn, linken veel mensen ze bovendien niet meteen aan longkanker maar aan andere oorzaken.
Mythe 3: Longkanker is een rokersziekte.
-
Longkanker is niet alleen een rokersziekte.
10 tot 15 procent van de longkankerpatiënten heeft nooit gerookt.
Roken is de grootste oorzaak van longkanker: bij ons is 85 tot 90% van alle longkankerdiagnoses te wijten aan actief of passief roken. (Ook wie zelf nooit heeft gerookt kan dus longkanker krijgen!)
10 tot 15% van de longkankerpatiënten is nooit blootgesteld aan tabaksrook. Dat aandeel neemt de laatste jaren nog toe. Oorzaken zijn bijvoorbeeld blootstelling aan luchtvervuiling, radon, asbest en andere schadelijke stoffen.
Belangrijk om op te merken is ook dat roken nog heel wat andere ziektes kan veroorzaken, waaronder verschillende vormen van kanker.
Mythe 4: Chemo is de enige behandeling voor longkanker.
-
Afhankelijk van het type longkanker zijn verschillende behandelingen mogelijk.
Er bestaan intussen verschillende therapieën voor longkanker die steeds meer toelaten om patiënten op maat te behandelen. Er zijn “lokale” behandelingen zoals chirurgische ingrepen en bestraling en er zijn systemische behandelingen zoals chemotherapie, immuuntherapie en gerichte therapie.
Afhankelijk van het type longkanker worden andere therapieën ingezet. Vaak worden daarbij verschillende therapieën gecombineerd. In sommige gevallen kunnen andere therapieën gebruikt worden, zoals endobronchiale therapie, om de luchtwegen opnieuw te openen.
Mythe 5: Longkanker komt alleen voor bij oudere mensen.
-
Longkanker komt op alle leeftijden voor.
Vanaf de leeftijd van 45 jaar komt de diagnose longkanker aanzienlijk vaker voor in België, met een duidelijke piek rond 70 à 75 jaar. Dat blijkt uit de cijfers van het Belgisch Kankerregister.
Mythe 6: Vapen is veilig.
-
Vapen is waarschijnlijk minder schadelijk dan roken, maar houdt wel gezondheidsrisico’s in.
Vapen wordt vaak voorgesteld als een veilig alternatief voor roken en als een middel om van een tabaksverslaving verlost te raken.
Er zit echter ook een schaduwzijde aan vapen die we aan het licht moeten brengen.
Doordat vapen een relatief recent fenomeen is, zijn de langetermijneffecten nog niet bekend. Over de gevolgen op kortere termijn (tot 12 maanden) is wel al meer bekend: onderzoek toont aan dat wie rookt, meer gezondheidsrisico’s loopt dan wie vapet. Maar wie vapet, loopt ook meer gezondheidsrisico’s dan wie niet vapet of rookt.
Vapen lijkt op het eerste gezicht dus veiliger dan roken, maar een gezonde gewoonte is het allerminst.
Uit een recente enquête van Kom Op Tegen Kanker bij jongeren blijkt bovendien dat vapen vaak een opstap betekent naar roken en dat vapen dikwijls samengaat met roken.
Wil je af van je nicotineverslaving? Overweeg dan nicotinevervangende middelen uit de apotheek. Praat erover met je dokter en je apotheker!
Mythe 7: Longkanker is je eigen schuld.
-
Longkanker is niet je eigen schuld.
Longkanker kan door veel meer veroorzaakt worden dan enkel je eigen gedrag.
Longkanker wordt soms beschouwd als de eigen schuld van de zieke. “Je hebt altijd gerookt en je wist wat de risico’s waren.”
Toch is longkanker zeker niet zomaar het gevolg van iemands rookgedrag. Zo kunnen er andere factoren een rol spelen: passief roken, genetische factoren, blootstelling aan schadelijke stoffen, etc. Ook eerdere longaandoeningen kunnen het risico op longkanker verhogen, net als ongezonde gewoontes anders dan roken. Alles bij elkaar zijn er heel veel factoren die het risico op longkanker verhogen.
Belangrijk om op te merken is dat je roken niet zomaar kan afdoen als “iemands bewuste keuze”. Een hele industrie is erop gericht om mensen aan het roken te krijgen en te houden.
Mythe 8: Longkanker treft alleen mannen.
-
Longkanker treft zowel mannen als vrouwen.
Er zijn meer mannen dan vrouwen die longkanker krijgen in België, maar dat maakt longkanker zeker geen overwegend mannelijke ziekte. Elk jaar wordt in België bij iets meer dan 9.000 mensen longkanker vastgesteld, 60% daarvan zijn mannen, 40% zijn vrouwen. Zowel bij mannen als bij vrouwen is longkanker de tweede meest voorkomende vorm van kanker. Dat blijkt uit de cijfers van het Belgisch Kankerregister.
Uit die cijfers blijkt bovendien dat het risico op longkanker de laatste jaren bij mannen afneemt (min 1,3% per jaar) terwijl het bij vrouwen net toeneemt (plus 3,8% per jaar).
Mythe 9: Stoppen met roken heeft geen zin als je al longkanker hebt.
-
Stoppen met roken heeft altijd zin, het is nooit te laat.
Stoppen met roken heeft altijd zin, ook bij wie longkanker al werd vastgesteld.
Als je stopt met roken vermindert dat complicaties, zelfs in een vergevorderd stadium. Als je bijvoorbeeld een maand voor een chirurgische ingreep stopt met roken, vermindert het risico op infecties. Stoppen met roken kan ook het aantal COPD-longaanvallen en acute coronaire hartaandoeningen verminderen. Op lange termijn kan het het risico op de ontwikkeling van andere kankers, verminderde longfunctie en cardiovasculaire co-morbiditeiten verkleinen.