Longkanker kan iedereen overkomen

Prof. dr. Ingel Demedts

Interview met prof. dr. Ingel Demedts

Door het ontbreken van duidelijke symptomen wordt longkanker vaak laattijdig vastgesteld. Toch vereisen sommige signalen zeker actie. De aandoening komt meer voor bij ouderen maar manifesteert zich eigenlijk op elke leeftijd en net zo goed bij vrouwen als bij mannen.

Professor Ingel Demedts, voorzitter van de werkgroep longkanker en longarts in AZ Delta Roeselare ruimt enkele hardnekkige vooroordelen uit de weg.

Mensen denken vaak dat longkanker gepaard gaat met duidelijke symptomen zoals hoesten, kortademigheid enz. Klopt dat?

Ingel Demedts Vaak blijven klachten afwezig. Een longtumor wordt pas gevonden als er al uitzaaiingen zijn die tot klachten leiden. En dan is het eigenlijk te laat voor een curatieve behandeling.

Juist omdat er weinig symptomen zijn, wordt longkanker vaak laattijdig vastgesteld. Men denkt er niet aan zijn longen te laten checken. Sommige symptomen vereisen nochtans wel actie. Iemand die bloed ophoest, kan maar beter naar de dokter gaan. Ook vermageren is een alarmsignaal. Maar natuurlijk denk je dan niet altijd aan de longarts. Pijn op de borstkas moet je eveneens laten checken. En iedereen heeft wel eens een verkoudheid. Als een hoest twee, drie, vier… weken aansleept, is dat toch een goede reden om naar de huisarts te gaan. Vaak bestempelen rokers een ‘rokershoest’ als normaal en blijven ze er lang mee rondlopen alvorens een foto van de longen te laten nemen.

“Een longtumor wordt pas gevonden als er al uitzaaiingen zijn die tot klachten leiden.”

Wat kunnen mensen doen om longkanker zo vroeg mogelijke op te sporen?

Ingel Demedts Bij aanslepende klachten zoals kortademigheid, pijn op de borstkas enz. moet je voor een check naar de huisdokter gaan. Een klinisch onderzoek door een arts volstaat wel niet. Vaak kan hij weinig of niets afwijkends vaststellen. Daarom is een longfoto eveneens noodzakelijk, bij voorkeur een CT-thorax.

Veel gehoord is ook dat longkanker vooral voorkomt bij ouderen en bij mannen.

Ingel Demedts Longkanker heeft vooral te maken met risicogedrag, met name dan roken. Het klassieke beeld van de man die rookt en de vrouwen niet waardoor enkel mannen longkanker krijgen, is echter al lang achterhaald. Door de emancipatie zijn vrouwen ook begonnen met roken. Jaren later is dat uitgemond in een stijging van het aantal longtumoren bij dames.

Het idee dat longkanker vooral ouderen treft, klopt niet helemaal. Wereldwijd en in België wordt de ziekte gemiddeld weliswaar bij mensen van rond de 70 jaar ontdekt maar de leeftijdsspreiding is enorm. De aandoening kan ook voorkomen op jongere leeftijd. Regelmatig zien we dat mensen die werken en een zeer actief sociaal leven hebben longkanker ontwikkelen.

Ik had een patiënt van 22 jaar met longkanker. Dat is wel zeer jong en uitzonderlijk. We kijken dan de familiale risico’s na en verwijzen door voor genetische counseling. Een echte verklaring is er vaak evenwel niet.

Regelmatig zien we dat mensen die werken en een zeer actief sociaal leven hebben longkanker ontwikkelen.”

Longkanker is niet erfelijk?

Ingel Demedts Bij borstkanker zijn er gekende overerfbare mutaties. Daardoor weet je van bij de geboorte dat je een risico loopt. Bij longkanker is dat niet zo. Wel zijn er families met genetische afwijkingen en een verhoogd risico beschreven. Dat blijft echter zeer zeldzaam en het komt alleszins veel minder voor dan bij borstkanker.

Wat zijn de belangrijkste risicofactoren?

Ingel Demedts Met voorsprong roken, ook passief -al valt dat moeilijk te kwantificeren. Omdat we ons daar als arts en in het wetenschappelijk onderzoek op vastpinnen, is er misschien wat weinig aandacht voor andere oorzaken. Ze zijn ook moeilijker te exploreren en vast te stellen. Alleszins zijn asbest en radon eveneens erkende risicofactoren.

Bij tien tot vijftien procent van de patiënten is noch roken, noch radon of asbest de oorzaak. We weten het dus niet goed. Wel is het laatste woord nog niet gezegd over de impact van luchtvervuiling. Er is een correlatie aangetoond tussen de hoeveelheid fijn stof in de lucht en het risico op het ontwikkelen van longkanker. Hoe meer fijn stof –gelinkt aan stedelijke gebieden, snelwegen enz.- hoe meer longkanker. Maar dat is natuurlijk veel moeilijker meetbaar en aantoonbaar dan roken. Hoe weet je van de patiënt die voor je zit welke en hoeveel vuile lucht en hij gedurende zijn leven heeft ingeademd? Wel geweten is dat in China in grootstedelijke gebieden met extreem veel luchtvervuiling meer jonge mensen longkanker hebben.

“Bij tien tot vijftien procent van de patiënten is noch roken, noch radon of asbest de oorzaak.”

Vorige
Vorige

Mythes rond roken en vapen doorprikt